
Please use this identifier to cite or link to this item:
http://hdl.handle.net/1820/5981
Title: | Toepassing van voorlopige hechtenis en de rechtspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens |
Authors: | Uneken, Bert |
Keywords: | voorlopige hechtenis voorarrest toepassing rechtspraak Europa |
Issue Date: | 12-Feb-2015 |
Publisher: | Open Universiteit Nederland |
Abstract: | Uit onderzoek van het VN Comité tegen foltering en uit kritiek van strafrechtadvocaten is gebleken dat in Nederland een discrepantie bestaat tussen de theorie en de praktijk bij de toepassing van voorlopige hechtenis. Met de volgende probleemstelling is deze discrepantie onderzocht: Biedt het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens en het recht uit de Europese Unie aanknopingspunten om de toepassing van voorlopige hechtenis door de Nederlandse rechter te beperken? In het Europese recht zijn vijf aanknopingspunten naar voren gekomen: 1) de rechter moet de onschuldpresumptie toepassen, 2) de rechter dient een proportionaliteits- en een subsidiariteitstoets te verrichten, 3) de rechter mag met de voorlopige hechtenis geen punitief doel nastreven, 4) de rechter dient het bevel van voorlopige hechtenis concreet te motiveren en daarbij een expliciete relatie te leggen tussen de gronden van voorlopige hechtenis en de feitelijke situatie van de verdachte, en 5) de rechter moet eerst alternatieven overwegen voordat hij voorlopige hechtenis toepast of verlengd. Door de aanknopingspunten met strakke en heldere lijnen in de wet op te nemen, zou de toepassing van voorlopige hechtenis door de Nederlandse rechter kunnen worden beperkt. |
URI: | http://hdl.handle.net/1820/5981 |
Appears in Collections: | Master of Law |
Files in This Item:
File | Description | Size | Format | |
---|---|---|---|---|
uneken.pdf | 257.03 kB | Adobe PDF | View/Open |
Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.